maandag 25 januari 2016

een goed gesprek

Lekker warm ingepakt, duw ik Romy naar school. Alleen haar rode neusje steekt uit haar jas.
"Koud hè Romy, het is net zo koud als precies een jaar geleden." "Hoe weet je dat mama?"
"Nou vandaag is het precies een jaar geleden dat jij geopereerd bent."......Het blijft even stil.
"Echt waar? Is dat al een jaar geleden?"  "Ja, gek hè. Hoe vind je dat?"
"Ja, weet ik niet,...raar."
"Vind je het meegevallen? Of tegengevallen? Of had je het anders verwacht?"
"Ik vind het denk ik wel meegevallen. Maar ik vond het wel heel eng toen ik ineens helemaal niet meer kon lopen na de operatie. Daar was ik toen wel van geschrokken."
"Ja hè, maar gelukkig lukte dat best snel weer ."  "Ja, gelukkig wel...."
"En vind je dat je nu meer kan dan voor de operatie? Of hetzelfde?"  Er wordt even nagedacht.
Ik worstel terwijl met de rolstoel over allerlei obstakels aangezien ze heel de straat hebben opengebroken vlakbij school voor een nieuwe riolering.
"Ik vind eigenlijk dat ik nu hetzelfde kan." zegt ze wat zachtjes.
"Ja je kan nu misschien even verre stukjes los lopen als eerst. Maar je bent nu wel veel soepeler geworden toch? Je kan veel beter zelf zitten en je eigen voetjes kriebelen...."
"en de kleermakertjeszit!" vult ze zelf meteen enthousiast aan.
"Ja dat ook natuurlijk! En wie weet wat er nu allemaal nog meer gaat lukken Romy."
Er komt geen reactie....
Maar als ik voor de derde keer de rolstoel op een hoge stoep probeer te trekken, zegt ze ineens "Eigenlijk had ik gedacht dat ik nu zou kunnen rennen.."
En ik zucht diep. Niet vanwege die hoge stoep.
"Ja liefje, maar het gaat toch echt steeds beter...."
" Mama, wanneer mag ik mijn plakje ham nog eens zien?" Overdonderd door deze rare vraag, sta ik ineens stil midden op de stoep. Achter ons kan een fietser nog net op tijd remmen.
Tja, moet je maar afstappen, denk ik bij mezelf. En aan het blozen te zien, denkt de fietser hetzelfde.
Hij stamelt snel sorry als hij zich langs ons wurmt.
"Wat bedoel je met je plakje ham?" zeg ik terwijl we weer verder lopen.
"Mijn litteken natuurlijk!" zegt Romy " zo noemen de kinderen in de klas het. Tijdens het omkleden bij de gym vinden ze hem eng. Maar ja , ik zie het natuurlijk nooit."
"O, eh ja oké, dan kijken we thuis wel even in de spiegel naar je plakje ham. Maar vind je dat niet vervelend als ze dat zeggen...."wil ik verder gaan, maar Romy onderbreekt me al weer..
"Zo, en nu wil ik er niet meer over praten. Mama we moeten niet vergeten te vragen wat Nienke en Guusje voor hun verjaardag willen, want hun feestjes zijn al bijna. O en wil zelf mijn beker en trommel in de bakken doen! Ik heb toch geen mandarijn mee hè! Die van gisteren was echt vies, ik hoop echt dat ik een banaan heb.............."
En terwijl Romy lekker verder kletst, komen we bij school aan. Weer lekker de warmte in.





zaterdag 2 januari 2016

1 januari 7 jaar geleden

1 januari, 7 jaar geleden

Langzaam word ik wakker door een bonkend gevoel in mijn hoofd. Zou het van dat ene glaasje champagne zijn..pff ik ben ook niks meer gewend. Ik kijk naast me en zie Micha nog zwaar nok liggen. Die had er iets meer dan 1 op. Het was wel superlief dat een hele vriendengroep bij ons binnengevallen kwam met champagne vannacht. Of ja bij ons, bij mijn schoonmoeder thuis moet ik zeggen. Toen Romy namelijk een paar dagen na de bevalling al van het ziekenhuis in Veldhoven naar Breda mocht, liep ik nog zo krom van mijn keizersnede dat het ons geen goed idee leek om naar onze bovenwoning te gaan tussen onze ingepakte verhuisdozen.

Nu lig ik hier in deze logeerkamer dus eindelijk na een ruime maand weer bij mijn man in bed. Ik hoor de stemmetjes van onze jongens op de gang. "Doe maar zachtjes jongens, laat papa en mama maar lekker uitslapen" hoor ik oma zeggen. Ik geef Micha een por "Micha , hoe laat is het, kijk eens op je telefoon, volgens mij moet ik onderhand weer kolven. Ik had de wekker toch op 7 uur gezet?" Een grommend geluid komt onder de dekens vandaan. Onhandig klim ik uit bed om de telefoon te zoeken. Als ik hem eindelijk heb gevonden onder een berg kleren, zet ik hem aan. Ik schrik me rot,  het is al 9 uur! Maar dan blijft mijn hart ineens even stilstaan. 7 anonieme oproepen gemist!! O NEE!! Ik stoot Micha nu hard aan en als hij naar me kijkt en ziet dat ik niet eens iets uit kan brengen maar het scherm voor zijn neus houd, wordt hij helemaal wit. "Shit, ik had het geluid uitgezet omdat de nieuwjaarswensen maar binnen bleven komen!" stamelt hij.
"Snel, bel het ziekenhuis!" gil ik. Maar dat hoeft al niet meer, want de telefoon gaat al over.
Micha neemt op en ik zie aan zijn gezicht dat het helemaal mis is. "We komen er meteen aan!"

Ondanks dat ik van de strenge zuster in Veldhoven op dag 3 na de keizersnede weer gewoon rechtop moest kunnen lopen, strompel ik nu zo snel als ik kan als een oud krom vrouwtje door de gangen van het ziekenhuis in Breda naar de neonatologie. We willen automatisch na het grondig wassen van de handen naar de couveuse van Romy lopen en staan stokstijf stil als die leeg blijkt. Een verpleegster komt op ons afgesneld en neemt ons mee in het kamertje ernaast. Als we die kamer binnenlopen zie ik een aantal artsen om een soort metalen tafel staan. Een arts zit op een stoel ervoor en draait zich om. Het duurt even voor ik doorheb dat het Romy is die daar op tafel ligt. Ze beweegt helemaal niet. De arts begint tegen ons aan te praten, maar ik kan alleen maar denken we zijn te laat, ze is dood. Flarden van zijn woorden vang ik op......ze is heel erg ziek.......moet onmiddellijk naar Veldhoven....De arts kijkt me opnieuw aan, "ze is echt heel erg ziek mevrouw, we weten eigenlijk niet of ze de rit wel aankan maar het moet"
Goh wat doet de leraar van mijn zoontje hier?, denk ik bij mezelf voordat ik besef dat het een arts is die tegen me aan het praten is.
"Ik maak me een beetje zorgen om de moeder!" zegt een verpleegster ineens en ze duwt me in een rolstoel en brengt ons naar een familiekamer. Daar moeten we wachten tot ze ons kunnen vertellen wanneer de ziekenwagen met Romy zal vertrekken.

Zwijgend wachten we. We durven allebei niks te zeggen , elkaar niet aan te kijken. Bang om bij de ander in de ogen te zien wat we zelf ook vrezen.

De ziekenwagen is vertrokken. We willen erachteraan maar halen even snel wat spullen op zodat we in Veldhoven kunnen blijven slapen. Ik klamp snel mijn moeder even vast en vraag "hoe moet een weesgegroetje ook alweer?" Ik zie dat mijn moeder schrikt van deze vraag maar zich weer herpakt en de woorden snel zegt als we weer in de auto duiken.

In de auto kijk ik om me heen en verbaas me om het leven dat om ons heen gewoon doorgaat terwijl dat van ons stil staat. Ik krijg de neiging uit de auto te willen schreeuwen, maar ik zeg juist helemaal niets. Samen zwijgen we heel de weg.

Daar aangekomen moeten we wachten tot we bij Romy mogen. In de ziekenwagen is het blijkbaar helemaal mis gegaan. Haar bloeddruk was helemaal weggezakt en ze hebben haar flink moeten reanimeren. We moeten niet verwachten dat ze het zal halen. En de vraag is dan nog hoe? De komende 24 uur is het erop of eronder.

Als we bij haar mogen, herkennen we haar bijna niet. Op bijna elk klein friemelstukje huid zit wel iets geplakt of geprikt. Het is te pijnlijk om naar te kijken. We vluchten naar het Ronald mc Donald huis. Daar probeer ik te kolven. Maar dat lukt zo natuurlijk niet. Op de automatische piloot pleeg ik wat telefoontjes en na een poging om even te rusten geven we dat op en rijdt Micha me weer door de sneeuw in de rolstoel naar het ziekenhuis.

Na een slopende nacht waarin ik elk uur naar de verpleegster heb gebeld komen we weer bij Romy's couveuse aan. Een verpleegster die bij haar staat ziet onze vragende ogen en knikt geruststellend.
"Jullie mogen wel weer gaan hopen hoor" fluistert ze en loopt naar de volgende couveuse.
Micha kijkt me eindelijk weer aan en ik zie tranen over zijn wangen lopen "We zijn haar niet kwijt".
Ik pak zijn hand en stilletjes blijven we daar nog heel lang staan.