maandag 29 juni 2015

kerstkado

Een lieve vriendin heeft een prachtige dochter gekregen. Ze had net haar eerste dag verlof toen haar weeën begonnen. Een maand te vroeg dus. Dat was even schrikken maar alles is prima gegaan gelukkig. Als ik het tegen Romy vertel is ze dolblij, weer één voor het team girls binnen onze vriendengroep. Maar als ze hoort dat het baby'tje wel wat te vroeg geboren is schrikt ze. "O jee mama, heeft ze nu ook mijn ziekte?". Ik stel haar snel gerust. " Niet elk kindje dat te vroeg geboren wordt krijgt CP schatje."


Romy kwam ook wel wat eerder dan een maand te vroeg......


Langzaam word ik wakker van een raar gevoel. Hè gedver, heel het bed is nat. Ik maak Sandortje wakker die tussen mij en Micha in ons bed ligt. "Sannie, je hebt in bed geplast, kom uit bed, dan verschonen we het even." Een slaperig hoofdje met haren die rechtovereind staan kijkt me dromerig aan en langzaam begint hij uit bed te klimmen. Onhandig door mijn dikke buik begin ik de lakens van het bed af te trekken. Totdat ik ineens besef dat het helemaal niet naar urine stinkt. Het is een zoete lucht die ik ruik, en opeens besef ik het. Mijn water is gebroken! Shit, dat kan niet goed zijn. Snel maak ik Micha wakker. We bellen de verloskundige en we spreken af snel naar de praktijk te komen. Micha brengt eerst de jongens maar naar school want dat is wat praktischer en ik kleed me ondertussen aan. Rustig probeer ik na te denken wat ik mee moet nemen. Lastig, ik weet niet wat me te wachten staat en alles zit ook nog eens in dozen ingepakt. We moeten namelijk nog verhuizen.

De verloskundige is meteen duidelijk. Ik moet onmiddellijk naar het ziekenhuis. Ze wil niet eens dat ik eerst nog langs huis ga. Het dringt nog steeds niet echt tot me door want ik begin over het moeten inpakken van kadootjes en dat het bijna 5 december is.  Micha zegt helemaal niks meer . Pas als we in de auto zitten, op weg naar het ziekenhuis, hoor ik hem zachtjes zeggen "je bent nu 25 weken hè, dan raken we dit kindje kwijt ..." 

Vanuit het ziekenhuis in Breda word ik met een ambulance naar het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven gebracht. In Rotterdam is er geen plaats en ik moet naar een ziekenhuis waar een NICU (Neonatale Intensive Care Unit)  aanwezig is. De eerste uren zijn erg spannend. Ik krijg injecties om de longrijping van het kindje te versnellen en verder kan ik niets anders doen dan goed plat blijven liggen.
Gelukkig blijven de weeën uit. Wel een maand lang...

Het is een heftige maand. De spanning dat de baby elk moment kan komen ebt gelukkig wel langzaam weg. Ook heb ik inmiddels een rondleiding gekregen op de NICU en daar wel vertrouwen in. Maar voor het thuisfront vind ik het erg zwaar. De jongens zijn pas 5 en 7. Micha komt zoveel mogelijk met ze op en neer gereden, tussen het werken en dozen inpakken in. Dan komen ze lekker bij me in bed gekropen en krijg ik honderd tekeningen. Een standaard vraag van de artsen is dan ook als ze alle tekeningen zien, of ik misschien een juf ben.

En dan wordt het kerst. Voor mijn gevoel hoor ik inmiddels bij het interieur. Ik heb de ene na de andere vrouw naar binnen zien komen en met baby weer zien vertrekken. De verpleegkundigen ken ik inmiddels al lang allemaal bij naam. Maar eentje is er toch wel mijn favoriet. Als zij 's ochtends binnen loopt met haar vrolijke bos krullen, dan weet je, vandaag is het weer feest!
Zo ook die eerste kerstdag. Met grote engelenvleugels op haar rug (ik verzin het echt niet) komt ze mijn kamer binnen. "Goedemorgen Maria, heb je lekker in deze stal geslapen?"
Als ik vraag of er al een kindje Jezus op de afdeling geboren is, gaat ze op de gang kijken of er een ezeltje staat. "Nee, nog geen kindje Jezus vandaag, maar dat zal vast nog wel komen..."

Met kerst vindt iedereen het extra zielig dat je in het ziekenhuis ligt dus daarom komt er lekker veel bezoek langs. Supergezellig dus, wel jammer dat ik wat buikpijn begin te krijgen. Als mijn kamer echt helemaal vol visite staat, besef ik het ineens... HET ZIJN WEEËN!! Zou het nu dan toch gaan gebeuren? Ik ben gelukkig inmiddels 30 weken zwanger. Dat klinkt al een stuk beter dan 25, maar het blijft spannend. De visite wenst ons succes en maakt zich snel uit de voeten.

Omdat het kindje nog in een stuit ligt vraag ik om een keizersnede. Ik heb te veel enge verhalen gehoord over stuitbevallingen. Hierover moet door de artsen overlegd worden want ze vinden het eigenlijk onzin, het kindje is nog zo klein. Om me een beetje af te leiden tussen de weeën door (en misschien ook om mijn kreungeluiden te maskeren voor de zwangere vrouw die naast me ligt en steeds witter wordt) zet Micha de televisie aan. Zoals altijd met kerst, is Sisi, die junge kaiserin, op tv. Wat is Romy Schneider toch mooi. "Zeg Mies, wat vindt je van Romy voor een meisje?"

Eigenlijk weet ik zeker dat het weer een jongen wordt. Ik heb zo goed mogelijk bij alle echo's meteen geroepen dat we niet willen weten wat het wordt. Maar ja, ik kreeg op het laatst zoveel echo's om te kijken of ik nog wel genoeg vruchtwater had, dat ik per ongeluk 2 balletjes heb gezien. Ik heb maar niets tegen Micha gezegd. Dan blijft het in elk geval voor hem nog een verrassing.

De artsen hebben overlegd. Als er dan bij de moeder geen motivatie is om natuurlijk te bevallen (??!!!!)  stemmen ze toch maar in met een keizersnede. Echt fut om boos te worden om deze uitspraak heb ik niet meer, laat het nu maar gewoon zo snel mogelijk gebeuren.
Een beetje zenuwachtig lachend ga ik zitten voor de ruggenprik. Als er ineens een man met een groen mutsje en een kapje voor zijn mond in de operatiekamer naast me staat zeg ik netjes gedag. Maar dan zie ik ineens aan zijn pretoogjes dat het Micha is.

Ze kunnen beginnen. Ik voel een steek in mijn buik. Het duurt 1 tel voor ik besef dat ik gewoon voel hoe een mes mijn buik open snijdt. Paniekerig roep ik of dat normaal is. De artsen kijken elkaar geschrokken aan. Shit dat is geen goed teken. De anesthesist pakt mijn hand en zegt "sorry mevrouw, dan werkt de ruggenprik niet, even op uw tanden bijten want het kindje moet er nu echt uit. Ik beloof u zodra het kindje eruit is, maak ik u helemaal weg."

Hoe ik de minuten daarna ben doorgekomen weet ik niet meer. Ik weet nog wel het moment dat de anesthesist het kapje bij me opzette en ik dacht EINDELIJK! En terwijl ik me langzaam voelde wegglijden hoorde ik een stem in de verte "Het is een meisje!". Met mijn laatste krachten heb ik het kapje van mijn gezicht afgeslagen en uitgeroepen "EEN MEISJE?? ECHT WAAR?" en met een brede glimlach op mijn gezicht deed ik uiteindelijk mijn ogen dicht.














donderdag 18 juni 2015

brilsmurfje

Toen Romy nog maar 2 en een half jaar oud was , werd ze al gecontroleerd door Visio om te kijken of haar ogen goed functioneerden. Vanwege haar cerebrale parese had ze meer kans op oogproblemen.
Het was ons al wel opgevallen dat aan het eind van de dag haar ene oog wat naar buiten ging staan, maar dat kon ook door vermoeidheid komen. Verder hadden we geen enkel idee dat ze misschien niet goed zag.
Na de test bleek dat Romy toch wat bijziend is. Weliswaar minimaal , maar een brilletje was toch wel noodzakelijk, en zou ook helpen tegen het afdwalende oog.

Nee toch, dacht ik. Moet ze nu ook nog een bril. Ze zit al in een rolstoel, dat vind ik voor nu wel even genoeg. En hoe houdt een tweejarige in hemelsnaam braaf haar bril op? Want ja, eigenwijs was ze toen al..
Nou daar had ik me voor niets druk om gemaakt. Romy koos meteen een schattig roze exemplaar, en was er zielsgelukkig mee. Trots hield ze hem heel de dag op. En ik moest toegeven, het stond haar echt heel schattig.



Nu, vier jaar later, mis ik gewoon iets aan Romy als ze haar bril niet op heeft. Een 'bloot' gezicht is het dan maar.  Romy is inmiddels wel  aan een nieuwe bril toe. Het roze brilletje heeft ze al lang niet meer. Maar haar huidige bril begint ook wat te klein te worden, ze gaat er steeds vaker overheen kijken. En tja, een nieuwe bril uitkiezen is ook gewoon heel leuk natuurlijk..... Dacht ik.




Maar Romy en ik zitten totaal niet op 1 lijn. En heus, ik weet wel dat zij hem op moet. Maar ja, ik moet er ook naar kijken! Romy wil het liefst een knalkleur. Roze, paars of rood. Best leuk, maar het moet ook staan bij Romy's fijne gezichtje. Nadat we drie winkels gehad hebben, waar Romy zo ongeveer alle brillen heeft op gehad, zijn we het alle twee beu. We gaan lekker een ijsje eten, en daarna gewoon naar huis.
Als Romy heerlijk zit te smullen van haar chocolade ijsje, komt er een kennis voorbij gefietst. Ze ziet ons en stapt van haar fiets af. "Wat gezellig, zijn jullie lekker samen aan het genieten?"
"Ja, dat had ik verdiend" zegt Romy "want we waren eerst een nieuwe bril uit gaan zoeken!"
"Ik zie het, wat een mooie bril heb je uitgekozen zeg, staat je echt goed!" en ze stapt weer op en fietst weg. Romy en ik kijken elkaar aan en schieten in de lach.

Een paar weken later lopen we de brillenwinkel weer binnen want Romy's brillenpootje zit wat los. "Maar we gaan echt geen brillen meer passen hè mama" zucht Romy. "Nee Romy, dat hoeft...." maar terwijl ik dat zeg valt mijn oog op een schattig bruin rond brilletje, met jawel...een lichtroze binnenkant.   
"Misschien alleen deze dan..?" probeer ik heel voorzichtig. 

Ze zet hem zuchtend op, maar als ze in de spiegel kijkt zie ik haar gezicht opfleuren. "Mama , ik vind hem geweldig!" Wat fijn! Want ik vind het ook. Hij staat haar echt heel leuk. Een rond brilletje, wie had dat gedacht!?


Als we de bril een week later hebben opgehaald vraagt ze 's avonds in bed of ze hem nog even op mag om in de spiegel te kijken. "Het is een echte nerd bril mama!" zegt ze. En ik schrik. O jee, ze vindt hem toch niet leuk. Zouden we hem nog kunnen ruilen? Maar dan zegt ze erachteraan "die wilde ik zoooo graag!" En ze pakt het Dolfje Weerwolfje boek van haar nachtkastje, slaat het boek open en zegt "nu ben ik net als Dolfje, een rond brilletje en anders dan de rest." Ik geef haar een kus op haar bol en begin voor te lezen.






donderdag 4 juni 2015

poppenwagen


Als peutertje had Romy al een mooi klein houten poppenwagentje. Ze vond hem prachtig en bracht haar pop daarin overal naartoe, gewoon op haar knietjes.
Toen Romy begon te lopen met haar rollator, had ik gehoopt dat ze misschien ook met een stevige poppenwagen zou kunnen lopen. Heel wat winkels heb ik gehad voordat ik dacht een geschikte te hebben gevonden. Maar helaas, Romy vond het doodeng want het ding rolde veel te hard, dat konden haar beentjes nog niet bijhouden. Ook kiepte hij weleens om als ze erop ging leunen, ondanks dat we de poppenwagen hadden verzwaard met dikke boeken.
Romy kroop gewoon weer lekker verder met haar houten wagentje en de grote poppenwagen verhuisde naar de zolder .


Maar nu zijn we 2 jaar en een SDR operatie verder. Vandaar dat ik dacht, laten we het weer eens proberen. De poppenwagen werd van zolder gehaald en afgestoft. De zware literatuur weer uit de kast gehaald en onderin gelegd. En jawel hoor... het is een groot succes! Romy stapt er heerlijk mee rond alsof ze dat al jaren doet. Popje erin met een dekentje tegen de kou en ons moedertje trekt erop uit.

Met je poppenwagen lopen is natuurlijk veel leuker dan met je rollator. En het is nu zo fijn dat ze zelf een rondje om de speeltuin bij ons achter kan lopen. Vooral dat zelf vindt ze heel interessant. Mama of papa worden verplicht naar huis gestuurd, ze kan er echt geen pottenkijkers bij gebruiken. Maar ja voor papa en mama is dat nog wel een beetje spannend. Wat als ze valt? En ze kan niet meer omhoog komen...

Maar ik snap het wel dat je met je 6 jaar ook wel eens alleen op pad wilt. Haar broers zaten al veel eerder zelf in de speeltuin. Daarom blijf ik in de bosjes staan zodat ik haar toch stiekem in de gaten kan houden... en ik probeer een filmpje te maken omdat ik het zo ontroerend mooi vind. "Mevrouw, wat doet u daar in de bosjes?" hoor ik ineens een kinderstem naast me. Er staan een paar jongens met een blik alsof ze een kinderlokker hebben betrapt. "O, ik ben gewoon mijn dochter aan het bespioneren". Hoor ik mezelf zeggen terwijl ik uit de bosjes kom. Ze kijken me vreemd aan en een stukje verderop zie ik Romy met een boos gezicht mijn kant op kijken.

Gelukkig hebben we nu een oplossing bedacht. Als Romy nu buiten met haar poppenwagen aan het wandelen is, loop ik af en toe ook even een rondje en als ik haar dan tegenkom zeg ik "Dag mevrouw! Wat een schattige baby,  is die van u? Ja dat kan je wel zien hoor. Nou ik moet er weer vandoor, ik moet namelijk nog boodschappen doen. Maar geniet nog van het weertje, tot ziens!"
En dan lopen we beide heel tevreden weer door.